Aangifte IB of voorlopige aanslag vóór 1 mei 2021
Dient u vóór 1 mei 2021 uw aangifte inkomstenbelasting (IB) 2020 in of verzoekt u vóór die datum om een juiste voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2020? Dan mag de Belastingdienst geen rente berekenen over het in de aangifte of voorlopige aanslag berekende bedrag.
In 2020 was de belastingrente tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Inmiddels is de belastingrente echter al weer een tijdje vastgesteld op 4%. Voorkom deze rente en dien op tijd uw aangifte in of vraag op tijd om een voorlopige aanslag.
4% belastingrente
Doet u dit niet vóór 1 mei en ligt de dagtekening van de aanslag ná 30 juni 2021? Dan brengt de Belastingdienst vanaf 1 juli 2021 4% belastingrente in rekening.
Aangifte VPB vóór 1 juni 2021 of voorlopige aanslag vóór 1 mei 2021
Ook voor de vennootschapsbelasting (VPB) gelden termijnen waarbinnen de Belastingdienst geen belastingrente mag berekenen. U moet dan vóór 1 juni 2021 uw aangifte vennootschapsbelasting 2020 indienen of vóór 1 mei 2021 om een juiste voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2020 vragen.
2022 weer 8%!
Waar de belastingrente voor de vennootschapsbelasting normaal minimaal 8% bedraagt, is deze tot en met 31 december 2021 tijdelijk verlaagd naar 4%. Maar let op! Vanaf 1 januari 2022 gaat de belastingrente voor de vennootschapsbelasting weer naar minimaal 8%.
Dient u uw aangifte niet vóór 1 juni 2021 in én vraagt u niet om een voorlopige aanslag vóór 1 mei 2021? En ligt de dagtekening van de (voorlopige) aanslag ná 30 juni 2021? Dan brengt de Belastingdienst vanaf 1 juli 2021 4% belastingrente in rekening én vanaf 1 januari 2022 weer minimaal 8%.
Tip! Zorg dat u nauwkeurig de verschuldigde belasting inschat. Is de schatting te laag, dan berekent de Belastingdienst namelijk over het meerdere alsnog belastingrente vanaf 1 juli 2021. Is de schatting te hoog, dan vergoedt de Belastingdienst echter geen belastingrente over de in eerste instantie te veel betaalde belasting.
Bron: SRA