Nieuwsbrief december 2023

12 december 2023

Let op!
Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKB-Nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 11 december 2023, 20:00 uur.


1. Vijf aandachtspunten voor deze decembermaand

Het jaar 2023 zit er weer bijna op en dus doet u er goed aan nog even na te denken over zaken die u onder meer fiscaal nog dit jaar kunt regelen. De belangrijkste zaken op een rij.

Schenk belastingvrij
Ook dit jaar kunt u belastingvrij schenken tot een bepaald vrijgesteld bedrag. De vrijstelling voor uw kinderen bedraagt voor 2023 € 6.035, voor uw kleinkinderen is dat € 2.418. Dit laatste bedrag geldt ook voor schenkingen aan derden, zoals een vriend of neef.
Een bijkomend voordeel voor u is dat het bedrag van de schenking niet meer meetelt in box 3 op 1 januari 2024 en dat dit u wellicht nog een belastingbesparing oplevert.

Benut de vrije ruimte maximaal
Via de werkkostenregeling (WKR) kunt u uw personeel zaken onbelast vergoeden en verstrekken. De vrije ruimte bedraagt dit jaar 3% van uw loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. Benut deze vrije ruimte in de WKR maximaal als u iets extra’s voor uw werknemers wilt doen. Bedenk dat de vrije ruimte volgend jaar een stuk minder is, namelijk over de eerste € 400.000 van uw loonsom nog slechts 1,92%. De vrije ruimte over het meerdere blijft ook in 2024 1,18%. U mag een restant van uw vrije ruimte van 2023 niet meenemen naar 2024.

Koop een lijfrente en betaal op tijd!
Heeft u een pensioentekort, dan kunt u een lijfrente kopen en deze in aftrek brengen op uw inkomen. De mogelijkheden hiertoe zijn dit jaar sterk verruimd als gevolg van de invoering van de nieuwe Pensioenwet. Vereist is wel dat u de lijfrente dan ook nog dit jaar betaald, dus vóór 1 januari 2024.
Een bijkomend voordeel is dat de betaalde premies uw vermogen verminderen en zodoende wellicht een voordeel opleveren ten aanzien van de te betalen belasting in box 3 in 2024.

Bereid u voor op wijziging minimumloon
Per 1 januari 2024 gaat het minimumloon met 3,75% omhoog. Bovendien wordt het minimumuurloon ingevoerd. Vanaf 2024 bestaat geen wettelijk dag-, week- of maandloon meer. Dit betekent waarschijnlijk een aanpassing in uw salarisadministratie als u minimumloners in dienst heeft. Er moet daarvoor ook nog een en ander worden doorgerekend en aangepast, want het minimumuurloon is gebaseerd op een werkweek van 36 uur. Voor werknemers met een minimumloon die meer dan 36 uur per week werken, gaan de loonkosten daardoor extra omhoog.

Deel dividend uit, of wacht juist nog even!
Het tarief van box 2 gaat in 2024 veranderen. Nu bedraagt het tarief nog 26,9%, vanaf volgend jaar bedraagt het tarief 24,5% over de eerste € 67.000 aan inkomen (bij aanwezigheid van een fiscale partner € 134.000 voor de fiscale partners gezamenlijk) en in ieder geval 31%, maar waarschijnlijk zelfs 33% over het meerdere. Met dit laatste percentage moet de Eerste Kamer nog instemmen, maar het opnemen van fors dividend wordt volgend jaar in ieder geval duurder. U heeft daarom nu nog tijd om na te denken over het uitkeren van dividend: nog in 2023 of wachten tot 2024? Omdat het maatwerk is, adviseren wij u hier graag bij.


2. Toegang tot UBO-register wordt beperkt

Alleen instanties met een wettelijke taak bij het voorkomen en tegengaan van fraude, witwassen en terrorismefinanciering én personen en instanties met een legitiem belang krijgen straks toegang tot het UBO-register. Een voorstel tot wetswijziging hieromtrent is naar de Raad van State gestuurd.

UBO-register
Voor de meeste organisaties bestaat de plicht om de UBO’s van hun organisatie te registreren in het zogenaamde UBO-register. Die verplichting bestaat bijvoorbeeld voor bv’s, nv’s, stichtingen, verenigingen, cv’s, vof’s en maatschappen. UBO staat voor ‘ultimate beneficial owner’, ofwel de uiteindelijke belanghebbende. Dit kan de eigenaar zijn, maar ook een andere belanghebbende of een persoon die zeggenschap heeft. Het UBO-register is vooral bedoeld om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan.

Privacy voorop
Via de Kamer van Koophandel konden willekeurige derden tot eind november 2022 informatie uit het UBO-register opvragen. De bepaling die dit regelde, is naar het oordeel van het Europese Hof echter onvoldoende onderbouwd, met name met het oog op bescherming van de privacy. Het kabinet heeft daarom eind november 2022 in eerste instantie besloten om de informatieverstrekkingen uit het UBO-register tijdelijk te stoppen en heeft nu besloten om de wet op dit punt te wijzigen.

Wijzigingen
Voorgesteld wordt om de toegang tot het UBO-register te beperken tot instanties met een wettelijke taak bij het voorkomen en tegengaan van fraude, witwassen en terrorismefinanciering, zoals banken en notarissen. Daarnaast kunnen personen en instanties toegang tot het UBO-register krijgen als zij een legitiem belang hebben, zoals de pers en maatschappelijke organisaties.

Legitiem belang
Het is nog onduidelijk wat precies onder een ‘legitiem belang’ moet worden verstaan. Dit begrip zal daarom in een besluit nader worden uitgewerkt. Over dit besluit zal eerst een internetconsultatie plaatsvinden, zodat belanghebbenden hierover hun mening kunnen geven.

Let op!
Na het advies van de Raad van State moet het voorstel nog worden behandeld in de Tweede en Eerste Kamer.


3. Nieuwe (norm)bedragen loonheffingen en werkkostenregeling 2024 bekend

De Belastingdienst heeft de normbedragen voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen in de werkkostenregeling (WKR) en andere bedragen in de loonheffingen – zoals het gebruikelijk loon – voor 2024 bekendgemaakt. De bedragen zijn ten opzichte van 2023 flink verhoogd.

Normbedrag maaltijden
Voor de waarde van maaltijden in bedrijfskantines (of soortgelijke ruimtes) of tijdens personeelsfeesten op de bedrijfslocatie, geldt een normbedrag. Dit normbedrag stijgt van € 3,55 in 2023 naar € 3,90 per maaltijd in 2024.

Het normbedrag verminderd met een eventuele bijdrage van uw werknemer is loon voor uw werknemer. U kunt er echter ook voor kiezen om dit loon aan te wijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte.

Normbedrag huisvesting op de werkplek
Verzorgt u huisvesting op de werkplek, dan kan daar onder voorwaarden een nihilwaardering voor gelden. Als deze nihilwaardering niet van toepassing is en er geen sprake is van een (dienst)woning, kunt u onder voorwaarden voor de waarde van de huisvesting een normbedrag in aanmerking nemen. Dit normbedrag voor huisvesting en inwoning stijgt van € 6,10 per dag in 2023 naar € 6,70 per dag in 2024.

Thuiswerkvergoeding
Voor de extra kosten die verbonden zijn aan thuiswerken, kunt u – onder voorwaarden – een onbelaste vergoeding geven aan uw werknemer. Deze onbelaste vergoeding bedraagt in 2023 nog € 2,15, maar stijgt in 2024 naar € 2,35 per dag.

Reiskostenvergoeding
Al eerder was bekend dat ook de onbelaste reiskostenvergoeding in 2024 omhooggaat. In 2023 kunt u nog € 0,21 per kilometer onbelast vergoeden. In 2024 bedraagt de onbelaste reiskostenvergoeding echter € 0,23 per kilometer.

Gebruikelijk loon
Iedereen die een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap en ook werk verricht voor die vennootschap, moet in de loonaangifte een loon opnemen dat ‘gebruikelijk’ is voor dat werk. Hetzelfde geldt voor de partner die werk verricht in de vennootschap. Voor de vaststelling van dit gebruikelijk loon moet ook rekening gehouden worden met een normbedrag. Het normbedrag voor het gebruikelijk loon bedraagt in 2023 nog € 51.000, maar is voor 2024 verhoogd naar € 56.000.

30%-regeling
Voor toepassing van de 30%-regeling geldt een aantal voorwaarden. Een daarvan is dat de werknemer een specifieke deskundigheid heeft die niet of nauwelijks op de Nederlandse arbeidsmarkt te vinden is. Een werknemer wordt geacht te voldoen aan de specifieke deskundigheid als de beloning van de werknemer hoger is dan een vastgestelde salarisnorm. Moet het salaris in 2023 nog minimaal € 41.954 bedragen, vanaf 2024 bedraagt de minimale salarisgrens € 46.107.

Voor werknemers die voor wetenschappelijk onderzoek of onderwijs werken bij een onderzoekinstelling en voor werknemers die arts in opleiding tot specialist (AIOS) zijn, geldt geen salarisnorm. Voor werknemers die instromen en jonger zijn dan 30 jaar en hun masterdiploma hebben behaald, geldt voor 2023 een salarisnorm van € 31.891. In 2024 bedraagt die salarisnorm € 35.048.

Vrijwilligersregeling
U kunt vrijwilligers die binnen uw organisatie vrijwilligerswerk verrichten onder voorwaarden een onbelaste vergoeding geven. Al eerder was bekend dat deze onbelaste vergoeding omhooggaat van € 1.900 per jaar in 2023 naar € 2.100 per jaar in 2024. De aan de vrijwilligersvergoeding verbonden maandvergoedingen en uurvergoedingen zijn nu ook bekendgemaakt. De maximale maandvergoeding gaat omhoog van € 190 in 2023 naar € 210 in 2024. De maximum uurvergoeding gaat voor vrijwilligers van 21 jaar en ouder omhoog van € 5,00 in 2023 naar € 5,50 in 2024. Voor vrijwilligers jonger dan 21 jaar bedraagt deze maximum uurvergoeding in 2023 nog € 2,75 en in 2024 € 3,25.


4. Rechtbank oordeelt over zakelijke rente van familielening

Is de overeengekomen rente op een familielening zakelijk en dus fiscaal aftrekbaar? Een rechtbank oordeelde hier onlangs over.

Familielening
De rente die betaald wordt op een lening bedoeld voor de aankoop of verbouwing van een eigen woning, is onder voorwaarden aftrekbaar. Dit geldt ook als de lening verstrekt wordt door een familielid. Bij deze leningen kan met de Belastingdienst soms een discussie ontstaan of de overeengekomen rente wel zakelijk is. Een rechtbank oordeelde hierover onlangs in een zaak waarin een echtpaar geld voor de eigen woning leende van de (schoon)vader.

De casus
Het echtpaar kocht eind 2018 een eigen woning en financierde deze aankoop (deels) met een lening van € 350.000 van de (schoon)vader. De lening voldeed aan alle voorwaarden voor renteaftrek; het betrof in deze zaak onder meer een annuïteitenlening met een looptijd van 30 jaar. Het echtpaar en de (schoon)vader spraken een rente af van 7,3% voor een rentevaste periode van 5 jaar. Voor de lening was geen hypotheek gevestigd.

Zakelijke rente volgens Belastingdienst
Het echtpaar wilde de volledige rente tegen het tarief van 7,3% in aftrek brengen. De Belastingdienst vond deze rente echter te hoog en niet zakelijk. De Belastingdienst sloot voor een zakelijke rente aan bij de hypotheekrente die de ING eind 2018 berekende voor een hypothecaire annuïteitenlening met een rentevaste periode van 5 jaar, in dit geval 2,15%. Omdat voor de lening van de schoonvader geen hypotheek gevestigd was, hanteerde de Belastingdienst een opslag van 0,6% op deze rente. De zakelijke rente was naar het oordeel van de Belastingdienst hier daarom 2,75%.

Zakelijke rente volgens Rechtbank
De rechtbank volgde het oordeel van de Belastingdienst. De rechtbank verwees daarbij naar een oordeel van de Hoge Raad uit 2011: voor een zakelijke rente moet een vergelijking gemaakt worden met de rente die niet-verbonden partijen onder dezelfde omstandigheden en met vergelijkbare voorwaarden overeenkomen.

Nu het echtpaar geen andere vergelijkbare cijfers kon overleggen, sloot de rechtbank aan bij de 2,15% van de ING die de Belastingdienst overlegde. Ook de opslag van 0,60% voor het niet vestigen van hypotheek werd door de rechtbank gevolgd. Een hogere opslag werd door de rechtbank niet geaccepteerd, omdat het echtpaar niet aannemelijk kon maken dat het risico voor de (schoon)vader een hogere opslag zou rechtvaardigen.

Zakelijke rente altijd maatwerk
Deze uitspraak van de rechtbank betekent niet dat een zakelijke rente voor een familielening altijd 2,75% bedraagt. Wat een zakelijke rente is, is altijd afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Onze adviseurs kunnen u helpen met de beoordeling van een zakelijke rente in uw situatie.

Tip!
Leg bij een lening de gemaakte afspraken altijd in een schriftelijke overeenkomst vast. Op die manier zijn voor alle partijen de afspraken duidelijk en heeft u in ieder geval geen discussie met de Belastingdienst over de aanwezigheid van een overeenkomst.


5. Afschaffing loonkostenvoordeel oudere werknemer vanaf 2025 in stappen

Als u een oudere werknemer aanneemt die een uitkering ontvangt, kunt u recht hebben op het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers. Als u aan alle voorwaarden voldoet, krijgt u voor deze werknemer maximaal drie jaar een LKV van € 3,05 per verloond uur, met een maximum van € 6.000 per kalenderjaar. Dit LKV wordt echter afgeschaft. Hierdoor heeft u voor een oudere werknemer waarvan de dienstbetrekking nog in 2023 start, recht op meer LKV dan als de dienstbetrekking pas in 2024 start. Is de dienstbetrekking waarvoor recht bestaat op het LKV oudere werknemers namelijk gestart vóór 1 januari 2024, dan heeft u gewoon drie jaar lang recht op € 3,05 per verloond uur. Start de dienstbetrekking waarvoor recht bestaat op het LKV oudere werknemer echter in 2024, dan heeft u in 2024 recht op € 3,05 per verloond uur en in 2025 op € 1,35 per verloond uur. Vanaf 2026 heeft u dan geen recht meer op het LKV oudere werknemers.


6. Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg weer aanvragen

Werkgevers kunnen vanaf 1 december 2023 9.00 uur tot en met 12 januari 2024 17:00 uur weer subsidie aanvragen bij RVO.nl voor de regeling praktijkleren in de derde leerweg. Deze subsidie vergoedt een deel van de kosten die een erkend leerbedrijf maakt voor de praktijkbegeleiding van een student die een mbo-opleiding in de derde leerweg volgt en die werkzoekende is of werkloos dreigt te worden. Werkzoekend ben je als je als werkzoekende staat ingeschreven bij het UWV. Dat zijn mensen met een uitkering die kunnen werken, maar ook mensen zonder uitkering kunnen zich inschrijven bij het UWV als werkzoekende. De subsidie die een erkend leerbedrijf voor maximaal 40 weken kan krijgen, bedraagt maximaal € 2.700 per praktijkplaats. De aanvraag tot subsidie moet binnen een jaar na afloop van de praktijkplaats binnen zijn of, bij een opleiding die langer dan 40 weken duurt, binnen een jaar na afloop van de eerste 40 weken.